Vervolging
Den Haag was, na Amsterdam, de stad met het meeste aantal Joden. Vanaf juli 1940 beginnen de Duitsers met maatregelen om de Joodse bevolking te isoleren van hun stadsgenoten. Men mag bijvoorbeeld niet meer werken in overheidsdienst, niet meer naar de bioscoop, strand, park of zwembad. Zelfs Joodse straatnamen worden verwijderd. Begin 1941 moeten alle Joden zich melden bij het bevolkingsregister, en vanaf mei 1942 wordt het dragen van een Jodenster op de kleding verplicht. Een invloedrijke Duitse maatregel is de oprichting van de Joodse Raad, die als taak krijgt alle Joden te besturen. Daarbij krijgt men de opdracht een cartotheek samen te stellen met de gegevens van alle Joden. Ook zal de raad de transportlijsten samenstellen.